vrijdag 28 september 2012

Geloof of wetenschap, hét dillema

Ik (als toekomstig studente Technische Natuurkunde) ben er nog steeds niet over uit of God bestaat en of hij alles geschapen heeft. Ik vind het scheppingsverhaal erg aannemelijk, maar de evolutietheorie van Darwin lijkt me ook logisch (maar hoe zit het dan met de aap? Hebben die ff zitten slapen tijdens de evolutie ofzo?!). Gelukkig ben ik niet de enige die hier een ietwat verdeelde mening over heb, ik kan me altijd erg goed in dit gesprek vinden (hij is lang maar de moeite waard):

Een gesprek tussen Albert Einstein en een professor


Een atheïstische professor in de filosofie sprak in zijn college over het probleem dat wetenschap heeft met God, de Almachtige. Hij vroeg één van zijn nieuwe christelijke studenten (Albert Einstein) om op te staan en:
Professor: Jij bent een christen, is het niet, jongen?
Student: Ja, mijnheer.
Professor: Dus jij gelooft in God?
Student: Absoluut, mijnheer.
Professor: Is God goed?
Student: Zeker.
Professor: Is God almachtig?
Student: Ja.
Professor: Mijn broer stierf aan kanker, zelfs ondanks dat hij God bad om hem te genezen. De meesten van ons zouden proberen anderen die ziek zijn, te helpen. Maar God deed dat niet. Hoe verklaar je dan dat God goed is? Hmm?

(De student is stil)

Professor: Hier heb je geen antwoord op, wel? Laten we opnieuw beginnen, jongen. Is God goed?
Student: Ja.
Professor: Is satan goed?
Student: Nee.
Professor: Waar komt satan vandaan?
Student: Van … God …
Professor: Dat is goed. Vertel me, jongen, is er kwaad in de wereld?
Student: Ja.
Professor: Het kwaad is overal, is het niet? En God heeft alle dingen gemaakt. Correct?
Student: Ja.
Professor: Dus, wie maakte het kwaad?

(Student geeft geen antwoord)

Professor: Bestaat er ziekte? Immoraliteit? Haat? Lelijkheid? Al deze vreselijke dingen bestaan in de wereld, is het niet?
Student: Ja, mijnheer.
Professor: Dus, wie maakte ze?

(Student heeft geen antwoord)

Professor: De wetenschap leert dat je vijf zintuigen hebt die je gebruikt om de wereld om je heen te identificeren en waar te nemen. Vertel me, jongen… Heb je ooit God gezien?
Student: Nee, mijnheer.
Professor: Vertel ons, heb je ooit je God gehoord?
Student: Nee, mijnheer.
Professor: Heb je ooit je God gevoeld, je God gesmaakt, je God geroken? Heb je wat dat betreft ooit een zintuiglijke gewaarwording van God gehad?
Student: Nee mijnheer. Ik ben bang dat ik dat nooit gehad heb.
Professor: En je gelooft nog steeds in Hem?
Student: Ja.
Professor: Overeenkomstig de ervaring-, test-, en bewijs-protocollen, zegt de wetenschap dat jouw God niet bestaat. Wat zeg je daarop, jongen?
Student: Niets. Ik heb alleen mijn geloof.
Professor: Juist. Geloof. En dat is het probleem dat de wetenschap heeft.
Student: Professor, is er zoiets als warmte?
Professor: Ja.
Student: En is er zoiets als koude?
Professor: Ja.
Student: Nee, mijnheer, dat is er niet.

(De collegezaal wordt erg stil door deze wending in het gesprek)

Student: Mijnheer, je kunt veel warmte hebben, en meer warmte, superwarm, megawarm, witheet, een beetje warm en geen warmte. Maar er bestaat niet iets wat we koude noemen. We kunnen gaan tot 273 graden Celcius onder nul, hetgeen is 'geen warmte', maar we kunnen niet verder gaan dan dat. Er bestaat niet zoiets als 'koude'. 'Koude' is alleen een woord wat we gebruiken om de afwezigheid van warmte te omschrijven. We kunnen geen koude meten. Warmte is energie. Koude is niet het tegenovergestelde van warmte, mijnheer, maar de afwezigheid er van.

(Het wordt zo stil in de collegezaal, dat je een speld kunt horen vallen)

Student: En wat aangaande duisternis, professor? Bestaat er zoiets als duisternis?
Professor: Ja. Wat zou de nacht zijn als er geen duisternis is?
Student: U heeft het weer fout, mijnheer. Duisternis is de afwezigheid van iets. Je kunt flauw licht hebben, en normaal licht, helder licht, groot licht… Maar als je niet onophoudelijk licht hebt, dan heb je niets en dat wordt duisternis genoemd, is het niet? In werkelijkheid is duisternis niet iets. Als het er zou zijn, zou u in staat zijn om duisternis donkerder te maken, niet waar?
Professor: Wat is nu het punt wat je wilt bereiken, jongeman?
Student: Mijnheer, mijn punt is dat uw filosofische stelling niet deugt.
Professor: Niet deugt? Kun je uitleggen hoe?
Student: Mijnheer, u werkt met een tweeledige vooronderstelling. U betoogt dat er leven is en dat er dood is; een goede God en een slechte God. U beschouwt het begrip 'God' als iets wat eindig is, iets wat we kunnen meten. Mijnheer, wetenschap kan zelfs een gedachte niet verklaren. Het gebruikt elektriciteit en magnetisme, maar heeft geen van beide ooit gezien, veel minder volledig begrepen.
Om de dood als het tegenovergestelde van het leven te zien, betekent: onkundig te zijn met het feit dat de dood niet kan bestaan als een zelfstandig iets. De dood is niet het tegenovergestelde van het leven, maar alleen de afwezigheid ervan. Nu, vertel me, professor, leert u uw studenten dat ze geëvolueerd zijn uit een aap?
Professor: Als je nu verwijst naar het natuurlijke evolutieproces, ja, natuurlijk doe ik dat.
Student: Heeft u ooit de evolutie met uw eigen ogen waargenomen, mijnheer?

(De professor schudde zijn hoofd met een glimlach, en begon zich te realiseren waar het betoog heen ging)

Student: Aangezien niemand ooit het evolutieproces aan het werk heeft waargenomen, of kan bewijzen dat dit proces een voortgaand proces is, bent u dan niet uw méning aan het onderwijzen, mijnheer? Bent u niet in plaats van een wetenschapper, een prediker?

(De klas is in rumoer)

Student: Is er iemand in de klas die ooit het verstand van de professor gezien heeft?

(De klas barst uit in gelach)

Student: Is er hier iemand die ooit het verstand van de professor gehoord heeft, gevoeld heeft, aangeraakt heeft of geroken heeft?... (Het blijkt dat niemand dat ooit gedaan heeft.)
Zo, overeenkomstig de vastgestelde regels van de ervarings-, test- en bewijsprotocollen, zegt de wetenschap dat u geen verstand heeft, mijnheer. Met alle verschuldigde respect, mijnheer, hoe zullen wij dan vertrouwen op uw colleges, mijnheer?

(De klas is stil. De professor staart naar de student, zijn gezicht staat ondoorgrondelijk)

Professor: Ik denk dat jullie ze van mij moeten aannemen op geloof, jongen.
Student: Dat is het, mijnheer… De link tussen de mens en God is GELOOF. Dat is alles dat de dingen in beweging en in leven houdt.

Oftewel: niet alleen ik maar ook een van de (naar mijn idee) grootste natuurkundigen weet niet of God bestaat. Laten we daarom allemaal ons eigen geloof hebben en elkaars geloof respecteren

maandag 24 september 2012

Wat werkweek met je doet

Afgelopen week was het dan zover: de werkweek voor de 4e klas. Ik keek al sinds de brugklas uit naar deze werkweek en terecht, want het was supervet.

Ik ben naar Oostenrijk geweest, we zaten in een Jugendpension in het dorpje Aschau en gingen iedere dag skiën op de Hintertuxer Gletsjer. Ik zat met nog 2 meiden (Ying Ying en Daniëlle) op een 8 persoons kamer :D

De eerste dag (maandag) was zwaar irritant, want van busritten van 14 uur wordt je loom en als de friet bij de Mc ook niet te vreten is word je chago.

De tweede dag was gelukkig veel beter. Na te hebben ontbeten in het kamphuis (kartonnen kaiserbroodjes waar je lunch ook uit bestond) gingen we in skikleding de bus in en moesten we ruim 30 km rijden naar de piste. In Hintertux aangekomen konden we gezellig ff 45 minuten de skilift in en daarna gingen we kennismaken met onze skileraren. Mijn groep (de gevorderde skiërs) had Laszlo, een aardige Hongaar. Afijn, ook wij als beginners doken die eerste dag de oefenwei op en we hebben hard aan onze techniek gewerkt. Om half 2 waren we klaar met de skilessen en konden we tot 4 uur in Hintertux wat voor onszelf gaan doen, wat meestal neerkwam op zonnen op een terrasje :) Om 4 uur gingen we weer de bus in naar het Jugendpension, om ons om te kleden/op te frissen en te avondeten. Na het avondeten hadden we nog even vrije tijd en toen gingen we wederom de bus in, naar een supergaaf, groot zwembad in Fügen. Hier hebben we 1,5 uur doorgebracht totdat we naar het kamphuis gingen. In het kamphuis deden we nog even wat voor onszelf en hierna gingen we slapen.

Woensdag: wederom kartonnen broodjes en skiën, maar nu hadden we een andere skileraar (Franz) en dat vond ik eerlijk gezegd nogal een lul, maar we zijn wel naar de blauwe piste geweest. Wederom na het skiën lekker zitten zonnen en de rest van het namiddag/avondritueel van dinsdag, maar deze avond gingen we schieten. Het schieten was echt superleuk, ik had best een aardige score (76 punten) en 's avonds heb ik nog even zitten kaarten in de gemeenschappelijke ruimte met Ying en Danii.

Donderdag: weer heerlijk geskied (weer met Laszlo :) ) en naar de rode piste geweest! Het skiën ging echt steeds beter en om half 2 was het weer zonnen geblazen. 's avonds zijn we naar een of ander Westerngebeuren geweest, hier gingen we rodeostierrijden wat nog knap lastig blijkt te zijn. Ik had 1x 49 en 1x 44 seconden. 's avonds nog even zitten kaarten met Ying, Danii en Almar en hierna weer lekker gaan slapen, want van druk bezig zijn word je moe.

Vrijdag: laatste dagje skiën, bijna alleen maar rode pistes gedaan en met m'n rugzak in een sleeplift blijven haken waardoor m'n hele band afscheurd was en ik m'n pols verdraaid had. Voor de rest echt megachille skidag gehad, ging echt supergoed en om half 1 mochten we even tot half 2 terrashangen, want om half 2 gingen we een grotwandeling maken. De grotwandeling was echt supergaaf, hoewel sommige andere meiden daar wel anders over dachten :p Na de grot konden we weer het terras op verdwijnen, maar we moesten ook de ski's beneden brengen dus hebben Ying, Daan en ik eerst even terrasgehangen, hebben toen de ski's naar de bus gebracht en zijn vervolgens Apfelstrudel mit Vanillesöße gaan eten. Hierna moesten we de bus in om onze kamers op te gaan ruimen en ons klaar te maken voor de terugrit. Tijdens het avondeten kregen we (hoef niet meer uit te leggen wie dat zijn denk ik) te horen dat we toch wel een soort van leidingfavorietjes waren geworden en voorrangsplekken in de bus kregen :) Na de tassen volledig ingepakt te hebben vertrokken we rond 8 uur / half 9 's avonds weer richting Nederland. Ik ben tot de stop om 1 uur zo goed als wakker gebleven, hierna ben ik in een diepe slaap gevallen en weet ik eigenlijk tot ongeveer Rotterdam (8 uur 's ochtends) niets meer. Toen we in 's-Gravenzande terugwaren konden we onze spullen en ouders terug gaan zoeken, om vervolgens een rustig dagje te nemen (het merendeel waaronder de leiding is volgens mij nog even gaan slapen)

Het was een geweldige week, iedereen bedankt voor de gezelligheid!!!

Vandaag had ik weer les van twee van de begeleidende docenten, de een bleef me soms net te lang aankijken waardoor ik in de lach schoot en bij de ander was het zo dat ik iedere keer een lachbui moest onderdrukken als hij een stilte liet vallen omdat ik dan weer moest denken aan hem op de rodeostier XD

vrijdag 7 september 2012

I don't like Fridays

Het is weer zover: het is vrijdag.
Iedereen houdt van de vrijdag, ik ook wel maar pas vanaf 15:10 uur ;)

Ik zit namelijk op vrijdag van 8:15 uur tot 15:10 uur op school, waarvan maar 3 uur lessen zijn.
Ik heb een hele slechte dagindeling op vrijdag, ik heb dit als rooster:

08:15 uur - 09:05 uur » Nederlands
09:05 uur - 09:55 uur » tussenuur
-
10:15 uur - 11:05 uur » tussenuur
11:05 uur - 11:55 uur » Algemene NatuurWetenschappen (ANW)
-
12:25 uur - 13:15 uur » tussenuur
13:15 uur - 14:05 uur » tussenuur
-
14:20 uur - 15:10 uur » Natuurkunde

Zoals je kunt zien is het heel flut verdeeld, maar zijn het wel leuke vakken :)

Maar het nadeel van zoveel tussenuren is: je gaat je vervelen nadat je er 2 of 3 hebt gehad.
Ik heb nu last van zo'n verveelmoment, ik mag van de mediatheekmevrouw geen spelletjes meer doen omdat ik dat al een uur heb gedaan en ik heb geen huiswerk bij me.

Gelukkig nog maar een half uurtje, dan is het weer pauze.